Directeur Stichting AAP
Tijdens mijn vakantie overleed een vriend. Een hele goede en oude vriend die ik iedere keer opzocht als ik in onze Spaanse vestiging Primadomus was. Hoewel ik wist dat het niet meer lang zou duren, kwam het bericht toch hard bij mij binnen.
Antoine zat jarenlang opgesloten in een vervuilde kelder in België. Hij kwam samen met Prudence in 1991 naar AAP nadat de eigenaresse was overleden. Hij was toen al 14 jaar oud. De beelden van de kelders waar de dieren uit weggehaald werden, staan bij velen nog op het netvlies. De dieren leefden daar, gescheiden door een muur, op hun eigen afval. Duizenden lege waterflesjes, voedselresten en ontlasting vulden de ruimte.
Bij AAP kwam Antoine enigszins bij van het zware leven in het schemerdonker en vele pogingen werden door ons ondernomen om hem aan soortgenoten te koppelen. Maar de eenzame opsluiting in deze kerker had Antoine geen goed gedaan. Zijn humeur kon soms zonder enige aanleiding omslaan, waardoor hij voor soortgenoten geen leuk gezelschap was. Gelukkig lukte het uiteindelijk toch een geschikt maatje voor hem te vinden: chimpansee Bingo.
Antoine ontsnapt
Wat mij vooral nog voor ogen staat, is het moment dat Antoine een constructiefout in het verblijf eerder ontdekte dan wij en plots over het terrein liep. Iedereen verschanste zich in het kantoortje, maar een niets vermoedende voorbijganger werd van zijn brommer gesleurd en een fiets vloog door de lucht; de beer was los! Samen met een gewapende politieagent stapte ik in een oude auto om een poging te doen Antoine te verdoven en erger te voorkomen. De instructies van de politie waren duidelijk: we kregen één kans om hem levend te pakken te krijgen en daarna zouden zij het overnemen. Gelukkig kwamen we hem tegen op slechts een paar honderd meter van het terrein van AAP. Door het open raampje van de auto zag ik mijn kans schoon en raakte hem vol met een verdovingspijl. Maar voordat we weg konden rijden, had Antoine zich op de auto gestort en kwamen twee grote, zwarte, behaarde armen naar binnen. De politieagent trok geschrokken zijn revolver, maar de angstgrijns op Antoine’s gezicht was onmiskenbaar; de grote en onhandelbare man kwam zich aan mij overgeven. De agent vertrouwde gelukkig op mijn oordeel en ik kon Antoine even geruststellen. Toen maakte hij zich weer los van de auto, zakte even verderop door zijn benen en kon slapend weer naar binnen worden gebracht.
Wederzijds respect
Mijn relatie met Antoine was vanaf dat moment sterker dan ooit tevoren en gebaseerd op wederzijds respect. En zo kwam het dat als ik op bezoek kwam in Primadomus, ik altijd even langsging bij mijn oude vriend en zijn maatje Bingo. Hij herkende me van verre en liep dan rechtop (volledig onnatuurlijk) naar me toe. Even zaten we dan aan weerszijden van het gaas, Antoine frunnikte dan een beetje aan een denkbeeldig plekje op zijn arm, ik deed hetzelfde. We maakten wat diepe keelgeluidjes en keken elkaar soms even kort aan. En als we dat lang genoeg gedaan hadden, dan stonden we plots op, ik verontschuldigde me bij degene met wie ik daar was en liep dan een rondje om het verblijf. Antoine aan de ene kant van het gaas, ik aan de andere kant.
Het onvermijdelijke
Dit ritueel hebben we vele jaren volgehouden, totdat Antoine begon met het kauwen op stenen en ze soms ook inslikte. Niet één of twee kiezelsteentjes, maar grote hoeveelheden die uiteindelijk operatief verwijderd moesten worden, wat duidelijk ten koste ging van zijn gezondheid. Geen expert ter wereld die hem en ons kon helpen met dit probleem. We haalden Antoine uiteindelijk weer naar Nederland, omdat we dachten dat verandering van omgeving hem wellicht goed zou doen. Maar helaas ging zijn algehele gezondheid steeds verder achteruit, waardoor het onvermijdelijke moment steeds dichterbij kwam: afscheid nemen van mijn maatje.
Antoine was een groot, soms wat onhandelbaar kind, of om met C. Joh. Kieviet te spreken: “Het is een bijzonder kind, en dat is ’ie”. Antoine is naar schatting 43 jaar geworden