AAP en proefdieren
De visie van AAP op proefdieren
We krijgen regelmatig de vraag of AAP ook deze dieren helpt. Hoe verschrikkelijk we het ook vinden dat apen nog altijd worden onderworpen aan dierproeven en onderzoeken, is dit een vraag is die we niet zo gemakkelijk met ‘ja’ of ‘nee’ kunnen beantwoorden.
Belang van het dier voorop
Om zorgvuldige keuzes te maken, houden we altijd voor ogen wat het beste is om onze doelstelling te halen: een eind maken aan het leed van exotische dieren in Europa. We zoeken daarbij naar duurzame oplossingen en zetten het belang van het dier voorop. Dat doen we omdat we de intrinsieke waarde van individuele dieren erkennen en ze zien als bewuste en voelende wezens.We vinden dat dieren respectvol behandeld moeten worden door mensen, waarbij we vasthouden aan de principes van de ‘vijf vrijheden’. Die stellen dat wanneer een dier bijvoorbeeld honger of pijn heeft, angst voelt, of geen natuurlijk gedrag kan vertonen, dit het welzijn aantast. Het fokken en gebruiken van apen voor een bestaan als proefdier is, net als gebruik voor menselijk vermaak, zonder twijfel een aantasting van hun welzijn.

Wettelijk verplicht
AAP is echter geen handhavingsorganisatie zoals de NVWA of de LID/ dierenpolitie. We kunnen geen ‘apen redden’ van plekken waar deze dieren legaal gehouden worden. Pas als een fokker of onderzoekscentrum zelf besluit (of door wetgeving of autoriteiten gedwongen wordt) proefdieren af te staan, kunnen we een afweging maken. De ruimte in onze opvangcentra is beperkt en AAP moet daarom voorrang geven aan reddingen waarmee we het grootste verschil kunnen maken: exotische huis- en hobbydieren, dieren in entertainment en illegale dierenhandel. Dierproeven zijn in veel landen nog wettelijk verplicht om bijvoorbeeld de veiligheid van medicijnen te testen. Wij kunnen niet beoordelen of dat nog nodig is en hopen uiteraard dat er snel alternatieven beschikbaar zijn die deze verplichte tests overbodig maken. Dat zou de vraag naar proefdieren drastisch verminderen en veel dierenleed voorkomen.Vreselijk lot
Als we bij AAP een opvangverzoek voor proefdieren binnenkrijgen, kijken we daarom eerst samen met experts naar de gevolgen van onze keus. Draagt het opvangen van de apen echt bij aan een vermindering van het aantal proefdieren? Wanneer wij ze niet opnemen, belanden de dieren vaak in dodelijke onderzoeken of worden de dieren als ‘overtollig’ afgemaakt. Nemen we de apen wel op, dan kunnen later nieuwe dieren gefokt of aangeschaft worden die eenzelfde vreselijk lot moeten ondergaan. De eigenaar moet daarom eerst akkoord gaan met onze voorwaarden om dergelijke risico’s uit te sluiten. AAP is er immers om dieren te helpen, niet fokkers of onderzoekers.
Het oproepen om legale fokkerijen of laboratoria te sluiten zien we daarom niet als oplossing van dit dierenleed. De vraag naar proefdieren kan pas stoppen als er wetenschappelijk erkende alternatieven zijn. Dan kan door organisaties die zich daarop richten met succes worden gepleit voor wetgeving die dierproeven niet meer verplicht, maar juist verbiedt. Tot het zover is bekijken we per geval wat het beste is en bieden we ex-proefdieren waar mogelijk de toekomst die ze verdienen.

Proefdieren bij AAP
Rhesusapen Tyr en Kaman zijn voormalig proefdieren en werden afgestaan door de Radboud Universiteit in 2016. Ook de chimpansees in de special care unit van ons Chimpansee Complex hebben een verleden als proefdier in BPRC.
