Ringstaartmaki

(Lemur catta)

Leefgebied en habitat

Ringstaartmaki’s komen voor in het zuiden en zuidwesten van Madagaskar. Hun habitat bestaat uit verschillende soorten bossen en struikgewassen, maar de dieren leven vooral in bossen waarvan het bladerdak dicht en doorlopend is. Ondanks dat ze goed kunnen klimmen, zijn ringstaartmaki’s ook regelmatig op de grond te vinden.

Uiterlijk
De ringstaartmaki heeft zijn naam niet voor niks, zijn staart is namelijk nogal opvallend. De staart is lang, dik en zwart-wit gestreept in de vorm van ringen. De lange staart ziet er niet alleen mooi uit, maar zorgt er ook voor dat de maki’s hun evenwicht goed kunnen bewaren. De maki’s hebben een wit gezichtsmasker met zwarte ogen en neus. Hun lichaam is bedekt met een dichte vacht en heeft een effen kleur. Deze kleur varieert van grijs tot bruin. De onderbuik is echter een stuk lichter, variërend van lichtgrijs of bruin tot wit. De ogen van de maki’s zijn erg sprekend, en zijn geel tot rood van kleur.
Ringstaartmaki soortverhaal
Wist je dat?
  • Bij ringstaartmaki’s de vrouwtjes de baas zijn
  • Lengte Hoofd en lichaam 39 – 46 cm, staart 56 – 63 cm
  • Gewicht Gemiddeld 2,2 kg
  • Leeftijd Gemiddeld 16 jaar
  • Leefgebied Zuid- en zuidwest Madagaskar
  • Habitat Bos, regenwoud en struikgewas
Voortplanting
De paartijd van de ringstaartmaki’s begint meestal in april. De mannetjes concurreren onderling fel om met de vrouwtjes te mogen paren. De vrouwtjes paren echter vaker met meer dan één mannetje tijdens de paringsperiode. Na een draagtijd van gemiddeld 130 tot 144 dagen, worden er vervolgens in augustus en september vaak 1 tot 2 jongen geboren.

De pasgeborenen worden volledig door de moeder verzorgd. Heel af en toe helpen de mannetjes mee, maar het meeste werk doen de vrouwtjes. De eerste twee weken na de geboorte klampen de jongen zich vast aan de onderbuik van hun moeder. Daarna klimmen ze op hun moeders rug, en ontdekken ze al ‘meeliftend’ hun omgeving. Na ongeveer zes maanden zijn de jongen volledig zelfstandig. Helaas is er een hoog sterftecijfer onder de jongen: 30 tot 50% van de dieren overlijdt al voordat ze een jaar oud zijn.
Voedsel
De belangrijkste voedselbron van de ringstaartmaki’s is de tamarindeboom. De dieren halen hier zo’n 50% van hun voedsel vandaan. Ze eten zowel de vruchten als de bladeren van deze boom. De tamarindeboom komt voor in alle gebieden waar de maki’s leven. De overige 50% van het dieet van de ringstaartmaki’s bestaat uit zo’n beetje alles wat ze makkelijk te pakken kunnen krijgen: vruchten, bladeren, stengels, bloemen, termieten, spinnen, kameleons, rupsen en zelfs kleine vogels. Ringstaartmaki’s zijn echte omnivoren.
Gedrag en levenswijze
Ringstaartmaki’s leven in troepen van gemiddeld 15 tot 20 individuen. De vrouwtjes blijven altijd in de troep waarin ze zijn geboren, terwijl de mannetjes om de 2 tot 5 jaar wisselen van troep. De vrouwtjes zijn dominanter dan de mannetjes, het hoogstgeplaatste volwassen mannetje staat nog steeds lager dan het laagst geplaatste volwassen vrouwtje in de sociale hiërarchie.

Ringstaartmaki’s zijn van zonsopgang tot zonsondergang op zoek naar voedsel. Hun activiteitsgebied bestaat uit zo’n 1000 meter vanaf de plek waar ze zijn ontwaakt. De maki’s zijn ook nog eens enorm nuttig voor het ecosysteem. Ze zijn namelijk, samen met andere soorten maki’s, verantwoordelijk voor de ‘aanleg’ van verschillende wildreservaten. Dit komt doordat ze via hun uitwerpselen zaden verspreiden.