Java-aap

(Macaca fascicularis)

Leefgebied en habitat

De Java-aap komt voor in Zuidoost-Azië en leeft in verschillende soorten gebieden. Afhankelijk van het land leven de dieren in bossen langs de rivier en de kust. Maar ook in mangrovebossen, moerassen, loofbossen en bamboebossen.

Uiterlijk
Onder de Java-aap vallen tien ondersoorten die allemaal nét iets van elkaar verschillen. De verschillen zitten in de lengte, staartlengte, kleur en in de tekeningen op het gezicht en borst. De kleuren variëren per ondersoort van grijs en wit tot geel en bruin.

Voortplanting
Vrouwtjes zijn geslachtsrijp als ze ongeveer vier jaar zijn, mannetjes planten zich voort als ze circa vijf tot zes jaar zijn. Elke periode van één á twee jaar krijgt een vrouwtje één jong. De draagtijd is circa zes maanden en het jong drinkt ruim een jaar lang bij zijn of haar moeder. Mannetjes kunnen bij overname van een groep jongen doden van wie hij hoogstwaarschijnlijk niet de vader is.
Wist je dat?
  • Dochters de sociale status van hun moeder erven
  • De Java-aap een uitstekende zwemmer is
  • Lengte 31 - 63 cm, staart van 31 - 71 cm
  • Gewicht mannetjes 5-7 kg, vrouwtjes 3-4 kg
  • Leeftijd 20 tot 30 jaar
  • Leefgebied Zuidoost-Azië
  • Habitat In bossen langs de rivieren en de kust

Op die manier zorgen zij ervoor dat vrouwtjes weer vruchtbaar worden (want zolang een vrouwtje nog zoogt is dat niet het geval). Om een jong meer kans van overleven te geven, paart een vrouwelijke Java-aap met meerdere mannetjes. Daardoor weten de mannetjes niet zeker van wie het jong is en is de kans kleiner dat ze het jong doden.

Voedsel

Java-apen eten veel fruit, maar ook veel ander plantaardig en dierlijk materiaal. In sommige gebieden zijn ze gespecialiseerd in het vinden van krabben en andere schaaldieren.

Gedrag en levenswijze
De dieren leven samen in grote groepen in mangrovebossen of bossen langs rivieren. Soms zitten er wel honderd apen in een groep. Vrouwtjes blijven hun leven lang bij dezelfde groep, mannetjes sluiten zich aan bij een andere zodra ze daar oud genoeg voor zijn. De Java-aap moet uitkijken voor roofdieren, zoals tijgers, adelaars, krokodillen, slangen en andere grote reptielen. Het dier leeft een groot deel van zijn leven in bomen, maar moet – vooral bij bezoekjes langs het water – op zijn hoede zijn. Daarnaast wordt de Java-aap bedreigd door menselijk toedoen: in sommige gebieden wordt zijn vlees gezien als een delicatesse.