Zeldzame primaat komt als verstekeling aan in Vlissingen en gaat naar Stichting AAP

Het Nederlandse vrachtschip Rolldock Sun, dat vandaag aankomt in Vlissingen, heeft wel een heel bijzondere lading bij zich: een galago, een kleine primatensoort die voornamelijk in Tanzania voorkomt. De Galago is waarschijnlijk ongemerkt aan boord van de Rolldock Sun geklommen toen deze 2 maanden geleden in Tanzania lag. De bemanning heeft voor het dier gezorgd sinds ze hem hebben ontdekt.

Galago Edwin, nog aan boord van de Rolldock Sun. Foto: Björn van der Meer

Hoogste veterinaire maatregelen
Het dier, door de bemanning ‘Edwin’ genaamd, is vermoedelijk een Garnett’s galago (Otolemur garnetti), waarvan er maar 20 in Europese dierentuinen zijn. De verstekeling werd gevonden door een Nederlands bemanningslid van het schip. Hij belde zijn vader, die weer contact opnam met AAP voor advies over de verzorging en een mogelijke uiteindelijke bestemming voor Edwin. “Als in Nederland primaten aankomen of worden gevonden waarvan de gezondheidsstatus onbekend is, is AAP de officiële opvangplek waar ze in quarantaine gaan,” legt directeur David van Gennep uit. Galago’s, net als andere Afrikaanse primatensoorten, kunnen besmettelijke ziektes als gele koorts bij zich dragen. Daarom zijn de hoogste veterinaire maatregelen en protocollen noodzakelijk.

De bemanningsleden geven aan dat het dier, ondanks de hoge temperaturen in zijn verblijf, in goede conditie is, afgezien van een kaal plekje achter zijn oor. ’s Avonds wordt hij actiever, wat logisch is aangezien galago’s nachtdieren zijn. Zoals elk nieuw dier, zal Edwin bij AAP een medische check ondergaan, waarbij onder meer bloed wordt afgenomen. Tijdens de quarantaineperiode, die (minimaal) 12 weken duurt, zal duidelijk worden of Edwin helemaal gezond is. Na zijn quarantaineperiode zal galago Edwin naar een geschikt nieuw thuis verhuizen.

Galago Edwin zwierf aanvankelijk nog over het schip. Foto: Björn van der Meer

Ongelukje
“We zien vaker dat schepen verstekelingen meenemen, zoals in 2014 de vijf Java-apen op een schip van Maersk uit Maleisië en vorig jaar wasbeer Famous uit New York,” benadrukt Van Gennep. “We weten vrij zeker dat het ook dit keer geen illegale handel betreft, maar een ongelukje.” Toch wordt deze primatensoort binnen Europa wel als huisdier verhandeld. In Duitsland kunnen ze bijvoorbeeld een marktwaarde van wel € 550 bereiken.

Net als alle andere primaatsoorten is de galago beschermd onder het Verdrag van Internationale Handel in Bedreigde Soorten (Convention on International Trade in Endangered Species – CITES). In het CITES-verdrag, waar momenteel 178 landen bij zijn aangesloten, staan 5.800 beschermde diersoorten. Tussen 2010 en 2014 werden in CITES-landen ruim 64.000 van deze dieren in beslag genomen. Gevonden of in beslag genomen beschermde diersoorten moeten naar een faciliteit, wanneer er geen mogelijkheid is om ze terug te laten keren naar het wild. Deze faciliteit zou wat AAP betreft het welzijn van dit soort dieren moeten garanderen en voorkomen dat ze (opnieuw) in de handel terechtkomen. Van Gennep: “Het is niet logisch of efficiënt dat elk land een geschikte opvang zou moeten hebben voor de duizenden diersoorten die onder CITES vallen, ook gezien de enorme hoeveelheid opvangaanvragen die wij momenteel krijgen.”

Zelfs binnen de EU heeft niet elk land geschikte quarantaine- en opvangfaciliteiten. “Dit hoeft op zich geen probleem te zijn,” volgens Van Gennep, “als er maar op internationaal niveau wordt samengewerkt om de dieren zo snel mogelijk van hun vindplek naar de best mogelijke plek te krijgen. Momenteel is deze samenwerking er onvoldoende en is er teveel bureaucratie, met als gevolg dat dieren te lang moeten wachten op een opvangplek of een permanent thuis.” Zo zit de quarantaine van AAP Primadomus in Spanje al twee jaar regelmatig overvol, deels door administratieve vertragingen die een vlotte doorstroom en opvang van nieuwe dieren onmogelijk maken.

Administratieve rompslomp
Betere internationale samenwerking is dus noodzakelijk, om ervoor te zorgen dat dieren snel naar de best beschikbare opvang kunnen. AAP zit, als opvangpartner binnen CITES, sinds 2017 in een internationale werkgroep van CITES-leden en andere NGO’s om te onderzoeken hoe het proces verbeterd kan worden nadat dieren van beschermde soorten zijn gevonden of in beslag genomen. “We hebben hoge verwachtingen van de resultaten. Wereldwijde kwaliteitseisen voor officiële opvangcentra zijn noodzakelijk en de administratieve rompslomp moet verdwijnen. Om dit tot een succes te maken, is de steun van sleutelpartijen als Nederland – en de EU als geheel – essentieel.

De bemanning regelde een ingericht verblijfje en het juiste voer, na advies van Stichting AAP. Foto: Björn van der Meer

Overige berichten