Twee ernstig verzwakte stinkdieren zijn onlangs naar ons opvangcentrum in Almere gebracht. Hun toestand is zorgwekkend: ze zijn extreem mager en hun lichamen bleken vol met wormen te zitten. Het aangrijpende verhaal van Snow en Sjonnie laat zien hoeveel er mis kan gaan als wilde dieren als huisdieren verkocht worden aan mensen die ze geen dierwaardig leven kunnen geven.
Snow en Sjonnie zijn twee overlevenden van een groep van negen stinkdieren die ernstig verwaarloosd werden door een particuliere eigenaar. Vier dieren overleefden dat niet: zij stierven als gevolg van een ernstige vlooieninfestatie en bloedarmoede.
Gelukkig wist een bekende van de eigenaar deze twee dieren te behoeden voor eenzelfde lot. Hij besloot de stinkdieren mee naar huis te nemen, waar ze eerst in de tuin en later in de slaapkamer werden gehouden. Dit om de omwonenden te behoeden voor de stank die ze met een klier onder hun staart kunnen verspreiden. Snow en Sjonnie zijn zo getraumatiseerd door het gebrek aan voedsel, dat ze naar elkaar sproeien om zoveel mogelijk eten te bemachtigen. Gelukkig zag de nieuwe eigenaar na een paar maanden in dat deze situatie onhoudbaar was en schakelde AAP in.
Zonder verzorging
Toen het tweetal naar Almere gebracht werden, hoorden we onder welke erbarmelijke omstandigheden ze hadden geleefd. Opgesloten in een veel te kleine ruimte, zonder voedsel, en met slechts een bakje vervuild water. Levend tussen hun eigen uitwerpselen, zonder verzorging en onder de teken en vlooien…

Herstel bij AAP
Bij aankomst zijn Sjonnie en Snow, vader en zoon, direct in quarantaine gegaan. Nu krijgen ze de medische zorg en aandacht die ze dringend nodig hebben. Zo ontdekten we al snel dat de dieren vol zitten met wormen.
Deze spoelworm, Baylisascaris procyonis, is niet ongevaarlijk. Als kinderen in contact komen met de minuscule eitjes van deze worm zou dat levensbedreigend kunnen zijn. Ook dat risico leek onbekend te zijn bij de eerste eigenaar.
Zodra de dieren voldoende zijn hersteld, verhuizen Snow en Sjonnie naar onze Zoogdierenafdeling, waar ze in een veilige omgeving verder kunnen aansterken tot we een nieuwe fijne plek voor ze gevonden hebben.