Stokstaartje

(Suricata suricatta)

Leefgebied en habitat

Stokstaartjes komen oorspronkelijk uit Ethiopië. Ook komen ze voor in de zuidwestelijke hoek van Angola, Namibië, Botswana en Zuid-Afrika. Ze leven op dorre of halfdorre open vlaktes, in rotsspleten bij rivieren en in velden met struikgewassen, grassen en weinig bomen.

Stokstaartjes maken ingewikkelde holensystemen die uit meerdere verdiepingen bestaan en verschillende ingangen hebben. Deze holen beschermen de stokstaartjes tegen de hoge buitentemperaturen. In de holen is het gemiddeld namelijk 13°C, zelfs in gebieden waar de buitentemperaturen kunnen oplopen tot 43°C.

Uiterlijk
Stokstaartjes zijn roofdieren en behoren tot de groep van de kleine mangoesten. Ze hebben een slank lichaam en zijn ongeveer 245 mm tot 290 mm lang, met een staartlengte van 190 tot 240 mm. Mannetjes wegen meestal iets meer dan vrouwtjes. Stokstaartjes hebben vier lange, gebogen klauwen aan elke voet. Hun voorste klauwen zijn ongeveer 15 mm lang, bijna twee keer zo groot als hun achterste klauwen.

Hun vachtkleur varieert van lichtbruin tot bruin of grijs, vaak met witte vlekken. Ze hebben bruine aftekeningen die als een soort band over hun rug, achterzijde en de zijkanten van hun lichaam lopen. Hun kop is vaak helemaal bedekt met witte vacht, maar bovenop de kop is de vacht bruin. Deze bruine kleur loopt via de nek door naar de rug. Verder hebben de dieren opvallende, zwarte ringen om hun ogen. Hun oren zijn halvemaanvormig en hun neuzen variëren van roze tot zwart. Stokstaartjes die in zuidelijkere gebieden leven, hebben meestal donkerdere kleuren.
Meerkat AAP
Wist je dat?
  • Stokstaartjes hun voortplanting aan het weer aanpassen? Meer regen leidt tot meer voortplanting.
  • Lengte Lichaam: 24-29 cm, staart 19-24 cm
  • Gewicht 0,6 -1 kg
  • Leeftijd 5 - 15 jaar in het wild; tot 20 jaar in gevangenschap
  • Leefgebied Zuidelijkste punt van Afrika
  • Habitat (Semi-) droge open vlaktes en rotsachtige spleten in de buurt van rivieren
Voortplanting
Stokstaartjes hebben een seizoensgebonden voortplantingspatroon dat meestal samenvalt met periodes van verhoogde regenval. Het broedseizoen loopt van de late herfst tot de lente. De dieren zijn monogaam en werken samen: het dominante paar in een groep stokstaartjes is verantwoordelijk voor de voortplanting. De ondergeschikte dieren helpen bij het grootbrengen van de nakomelingen.

Tijdens het paren pakt het mannetje het vrouwtje bij het nekvel vast. Na een dracht van ongeveer 60 of 70 dagen worden er gemiddeld 4 pups geboren.

Ongeveer een maand voordat het dominante vrouwtje gaat bevallen, valt ze de andere vrouwtjes uit de groep aan en jaagt ze weg. Zo kunnen ze niet met het mannetje paren. De weggejaagde vrouwtjes moeten net zo lang wegblijven totdat het dominante vrouwtje is bevallen. In de tussentijd mogen de ondergeschikte vrouwtjes niet samen met de groep naar eten zoeken en ook niet samen slapen. Ze zijn op zichzelf aangewezen, of zoeken het gezelschap op van andere vrouwtjes die ook uit de groep zijn gezet.

Zodra de pups zijn geboren, keren de vrouwtjes terug naar de groep en helpen ze met het grootbrengen van de jongen. De pups wegen bij de geboorte zo’n 25 tot 36 gram. Ze zijn snel volwassen: als ze drie maanden oud zijn, gaan ze al zelfstandig naar eten op zoek. Binnen een groep kan het dominante vrouwtje meerdere nesten nakomelingen hebben.
Voedsel
Stokstaartjes besteden zo’n vijf tot acht uur per dag aan het zoeken naar voedsel en werken samen om op prooien te jagen. Terwijl het ene stokstaartje bijvoorbeeld een prooi uit de grond graaft, houden andere stokstaartjes de wacht. Hierbij nemen ze een typische houding aan waarbij ze op hun achterpoten zitten en hun bovenlijf helemaal oprichten. Ze houden elkaar nauwlettend in de gaten en gebruiken daarnaast geluiden om met elkaar te communiceren. Iedere dag gaan ze op een andere plek op zoek naar voedsel. Zo voorkomen ze dat hun voedselbronnen uitgeput raken.
Stokstaartjes zijn omnivoren en opportunistische eters: ze eten alles wat ze te pakken kunnen krijgen. Ze passen hun menu aan op basis van de seizoenen en eten voedsel wat op dat moment beschikbaar is. Hun dieet bestaat onder andere uit insecten, zoals vliegen, geleedpotigen, motten, vlinders en kevers. Ze eten zelfs schorpioenen en weten de gifstekel handig te omzeilen. Stokstaartjes drinken zelden direct water, maar krijgen vocht binnen via hun prooi. Dit laat zien hoe ze zich hebben aangepast aan hun droge leefomgeving.
Gedrag en levenswijze
Stokstaartjes zijn zeer sociaal en leven in groepen van 2 tot 50 individuen, verdeeld in familie-eenheden, die ‘mobs’ of ‘clans’ worden genoemd. Oudere of dominante dieren hebben vaak een hogere status in de groep en krijgen voorrang bij de toegang tot voedsel.

Stokstaartjes hebben verschillende manieren om met de grote temperatuurverschillen om te gaan. Om ’s nachts lekker warm te blijven in hun koele holen, slapen ze dicht tegen elkaar aan. ’s Ochtends warmen ze weer op door in de zon te gaan liggen. Overdag zoeken ze tijdens extreme hitte schaduwrijke plekken op of trekken ze zich terug in hun holen.

Stokstaartjes als huisdier

❌ Niet geschikt om als huisdier te houden.

Stokstaartjes zijn dragers van zoönotische ziekteverwekkers zoals hondsdolheid, die een gevaar kunnen vormen voor mensen. Naast dit gevaar hebben de dieren specifieke behoeftes als het gaat om leefomgeving, foerageergedrag en sociaal gedrag, waar mensen thuis niet of nauwelijks aan kunnen voldoen. Dit maakt stokstaartjes ongeschikt als huisdier.

Risico’s voor mensen

 
  • Zoönosen

    Bij het stokstaartje zijn zoönotische ziekteverwekkers met een hoog risico aangetoond, zoals hondsdolheid.
 
  • Letselschade

    In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.

Risico’s voor dieren

 
  • Voedselopname

    Stokstaartjes moeten dagelijks langdurig foerageren. Als dit niet voldoende tot uiting kan komen, is er gevaar voor het ontstaan van stereotiep of beschadigend gedrag.
 
  • Ruimtegebruik / veiligheid

    Stokstaartjes hebben een groot territorium nodig. Ze gebruiken een afgezonderde nestplaats en zelf gegraven holen. Bij het ontbreken hiervan bestaat onder andere de kans dat de jongen overlijden.
 
  • Thermoregulatie

    Stokstaartjes zijn aangepast aan subtropische en droge tropische en subtropische klimaten. Ze maken gebruik van speciale verwarmingsplaatsen om zich bij lage temperaturen weer op te kunnen warmen.
 
  • Sociaal gedrag

    Stokstaartjes hebben een monogame en paarsgewijze leefwijze. Ook leven ze in een despotische dominantiehiërarchie, met als gevaar het ontstaan van agressie, onderlinge gevechten, stress-gerelateerde ziektes en sterfte of vergelijkbare gevolgen als deze leefwijze niet wordt gerespecteerd.
Deze criteria zijn gebaseerd op de Nederlandse positieflijst voor huisdieren.