Stijntje bij AAP

Reactie op berichtgeving rond publicatie rapport exotische zoogdierenhandel Nederland

Almere, 19 augustus 2019 – Naar aanleiding van Stichting AAP’s rapport ‘Alive and kicking: The exotic mammal trade in the Netherlands’, zijn er een aantal berichten verschenen waarover AAP een aanvullende verklaring wil geven.

Wel of geen apen te koop in Nederland?
Met het onderzoek naar exotische zoogdieren in de Nederlandse handel dat we afgelopen week publiceerden, hebben we niet beoogd aan te tonen hoe groot de handel in apen (en andere exotische zoogdiersoorten) in Nederland is. Wel hebben we willen achterhalen hoeveel exotische zoogdiersoorten er in de Nederlandse handel in een bepaalde periode in omloop zijn. We ontdekten 55 verschillende zoogdiersoorten in de handel waarvan ook 3 illegale apensoorten. Dit is in lijn met het feit dat AAP nog steeds apen, ook uit Nederland, opvangt. Het resultaat van het onderzoek noch, onze ervaringen uit de praktijk, beweren dat apen makkelijk verkrijgbaar zijn: enkel dat ze wel degelijk aanwezig zijn in de handel. De uitgebreide achtergrondinformatie van het onderzoek is uiteraard in bezit van AAP en beschikbaar voor media die zich hier verder in willen verdiepen.

Menselijke fouten in het rapport
Inmiddels zijn we er van op de hoogte gesteld van een tweetal menselijke fouten in het rapport. Zo klopt de Engelse naam van een van de soorten niet (het gaat hier om de mara, die geen ‘Feather-tailed possum’ is maar een ‘Patagonian mara’). Ook heeft ons undercover onderzoeksteam twee soorten bij een van de dierenwinkels als te koop geregistreerd, terwijl volgens de eigenaar de dieren alleen ‘on display’ waren. Of het feit dat de dieren ook ten tijde van het onderzoek voor niemand te koop waren valt nu niet meer na te gaan. Een notitie bij een van de diersoorten luidde: ‘is geen huisdier’. Dat is ons inziens verwarrend en tegenstrijdig met de visie van de eigenaar, die verdedigt dat alle diersoorten door particulieren te houden zijn, mits aan bepaalde houderijvoorschriften voldaan wordt. In ieder geval zullen we deze dieren veiligheidshalve uit de data set verwijderen en het rapport aanpassen. Het beeld verandert hierdoor echter niet: de twee soorten in deze dierenwinkel waren (ook) elders te koop, waardoor het aantal van 55 verschillende zoogdiersoorten in de handel tijdens de onderzoeksperiode hetzelfde blijft.

Persbericht van de Collective Animal and Plant Stakeholders
Op 13 augustus publiceerde de Collective Animal and Plant Stakeholders (CAPS) een persbericht met o.a. een aantal cijfers met betrekking tot AAP’s werk. De CAPS beweert:
  • Twee degoes, drie witbuikegels, twee genetkatten en één zilvervos – een soort die overigens niet in het rapport voorkomt – dit zijn de dieren die sinds juli 2017 door Stichting AAP uit Nederlandse huishoudens zijn opgevangen.”
  • “In totaal ving Stichting AAP sinds juli 2017 dus slechts 8 tot 10 dieren op afkomstig uit Nederlandse huishoudens.”
Deze beweringen zijn onjuist, zowel in aantal en soorten, van de dieren die AAP daadwerkelijk heeft opgevangen uit Nederlandse huishoudens sinds juli 2017. Dit is deels ook te is lezen in de jaarlijkse rapportages van AAP in haar jaarverslag. AAP heeft bijvoorbeeld 4 apen gered in dezelfde periode, allemaal uit particulier bezit, nadat ze door de autoriteiten in beslag genomen waren.

De opvang van primaten afkomstig van Nederlandse particulieren is echter niet het grootste probleem. Belangrijker is het feit dat sinds juli 2017 AAP minimaal [1] 64 zoogdieren heeft opgevangen uit Nederland, die traceerbaar zijn naar particulier bezit en/of de handel daarvoor, in legale of illegale vorm. Zo vangen wij veel dieren op die zwervend zijn aangetroffen. Vaak laat de diersoort en het gedrag van deze dieren zien, dat deze in feite uit een Nederlands huishouden of uit de exotische dierenhandel komen. Deze data ontbreken volledig in de samenvatting van de opvanggegevens van AAP door de CAPS, terwijl ze een veel beter beeld van de omvang van het werk van AAP geven. AAP’s gegevens over opgevangen dieren worden regelmatig gecontroleerd door de bevoegde Nederlandse autoriteiten, en onjuistheden hersteld waar nodig.

De trends die AAP zichtbaar maakt gaan echter niet zozeer over de daadwerkelijk door AAP opgevangen dieren. Deze trends zijn veel zichtbaarder in het aantal aangemelde dieren. Deze aantallen tonen een meer actueel beeld van de op dat moment spelende problematiek en de omvang daarvan.

Sinds 2017 heeft AAP meer dan 250 van zulke meldingen (direct of indirect uit Nederlandse huishoudens of de Nederlandse handel) binnen gekregen. Er staan nog altijd dieren uit Nederland op onze wachtlijst, in afwachting van een plek in onze quarantaine.

Waarom een Positieflijst?
Beweert AAP dat dit het omvangrijkste dierenwelzijnsprobleem in Nederland of Europa is? Nee, dat hebben we nooit gedaan. Onze missie is echter om het welzijn van exotische, niet gedomesticeerde zoogdieren te verbeteren.

Daarom, op basis van onze kennis en ervaring, pleiten we samen met andere organisaties voor een Positieflijst, omdat een Positieflijst de meest effectieve, beknopte, transparante, uitvoerbare en economisch haalbare manier is gebleken om het houden van dieren te reguleren.

Waarom geen Negatieflijst?
Het huidige systeem van negatieflijsten, oftewel, een of meerdere lijsten van verboden dieren op basis van verschillende argumentaties, heeft een aantal significante nadelen. Zo worden diersoorten die niet specifiek genoemd zijn automatisch toegestaan, inclusief hybride soorten, sub-soorten en soorten die nieuw zijn op de markt. Negatieflijsten zijn van nature reactief en voldoen niet aan het voorzorgsbeginsel. Gelet op de constant ontwikkelende huisdierenhandel en -trends, zal een Negatieflijst regelmatig updates behoeven en al snel achterhaald zijn. Dit leidt tot mazen in de wet die de handel in ongereguleerde diersoorten – met alle risico’s van dien – mogelijk maakt. Dit wordt onderstreept door het feit dat AAP in haar onderzoek een aantal hybride soorten tegenkwam en in de opvang ook steeds meer kweekvormen van soorten dieren die nauwelijks nog te herleiden zijn naar de oorspronkelijke vorm (katachtigen, eekhoorns, vossen).

De voorkeur van de CAPS gaat ernaar uit dat “voor alle dieren soortspecifieke houderijvoorschriften komen, zodat voor iedere (toekomstige) houder exact duidelijk is waar aan moet worden voldaan om goed voor een dier te zorgen. In Duitsland worden deze richtlijnen al gebruikt, het wiel hoeft dus niet opnieuw uitgevonden te worden.” Helaas meldt de CAPS niks over de significante handhavingsuitdagingen van dit systeem in Duitsland. Daar heeft AAP uitgebreide ervaring mee, als opvangpartner van de Duitse autoriteiten en diverse Duitse organisaties.

De Positieflijst in België
België, waar een Positieflijst voor zoogdieren in 2002 werd ingevoerd en in 2009 als rechtmatig instrument definitief bevestigd na een arrest van het Europese Hof, rapporteert daarentegen zeer positieve resultaten in termen van naleving en handhaving. Sterker nog, de Belgische autoriteiten spreken vaak in openbare fora over de voordelen van een Positieflijst en werken momenteel aan lijsten voor reptielen. Het argument van de tegenstanders dat de handel dan ondergronds gaat, en daardoor nog minder controleerbaar wordt, kent tot nu toe geen enkele feitelijke onderbouwing. Mochten de leden van de CAPS kennis hebben van illegale activiteiten in België of serieuze vermoedens daarvan, dan is het logisch te verwachten dat ze dit aan de bevoegde autoriteiten melden om handhaving van de bestaande wet- en regelgeving te faciliteren. Sociale controle is namelijk een van de belangrijkste succesfactoren van de Positieflijst in België, volgens de autoriteiten.

Tenslotte willen we benadrukken dat Stichting AAP niet pleit voor een positieflijst om de ‘hobby van vele dierenliefhebbers kapot te maken’, zoals vaak gezegd. AAP heeft altijd en overal gepleit voor een goed systeem van ontheffingen voor specialistische houders die kunnen aantonen dat ze de juiste kennis en middelen hebben voor de lange termijnzorg voor de dieren die niet op de Positieflijst komen te staan. Dat sluit ook het opstellen van houderijvoorschriften voor de soorten op de Positieflijst niet uit: geen overbodige luxe. Maar nee, nooit voor een bruine beer in de achtertuin of een kudde olifanten in je weiland.


[1]Met een nader analyse van de data van 2019 tot heden, nog niet uitgevoerd, zal dat getal naar verwachting stijgen.
Ifaty bij AAP
Een kleine egeltenrek.

Overige berichten