Het zal vermoedelijk niet gekozen worden tot Woord van het Jaar, maar menigeen zal het dit jaar voor het eerst gelezen hebben: zoönose. Media die in februari probeerden uit te leggen wat het nieuwe coronavirus eigenlijk is begonnen er vaak mee: ‘Het nieuwe coronavirus is een zoönose’. Ofwel: een infectieziekte die van dier op mens kan overgaan. Soms gaat het dan over dieren die we goed kennen, zoals geiten en schapen (Q-koorts) of kippen en kalkoenen (vogelgriep). In dit geval worden exotische dieren als vleermuizen en schubdieren vaak genoemd als bron van COVID-19. Zeg je exotische dieren dan zeg je AAP, dus doken we in de archieven om te kijken welke zoönosen zoal voor kunnen komen onder exoten die in Europa als huisdier gehouden mogen worden. En wat de gevolgen zijn bij een uitbraak.
In het rapport ‘Under their skin’ zoomen we in op een aantal veelvoorkomende zoönosen. Wist je dat 3 van de 4 zoönosen afkomstig zijn van primaten, vleermuizen of knaagdieren? Allemaal dieren die we bij AAP opvangen. Onderzoekers schatten in dat zo’n 1,6 miljoen pathogenen (virussoorten) en hun gevolgen voor de mens nog niet in kaart zijn gebracht. Zo’n 650.000 tot 840.000 varianten zouden schadelijk of zelfs dodelijk voor mensen kunnen zijn. Wat vooral duidelijk wordt: we weten nog heel erg weinig over wat onder de huid van dieren schuilt.
Veel is niet bekend
Des te riskanter is het dat het aantal exotische diersoorten in Europese huiskamers al decennia hard blijft groeien. Alleen al in Nederland worden meer dan 300 verschillende soorten zoogdieren gehouden als huis- of hobbydier. Om hoeveel dieren het gaat en wie ze houdt weten we niet; in vrijwel geen enkel Europees land wordt dat geregistreerd. Ook is niet duidelijk welke zoönosen door welke dieren overgedragen kunnen worden. Een aantal praktijkvoorbeelden geven wel een idee maar volledig is dat allerminst. Om hier een beter beeld van te krijgen zouden medische checks van exotische huisdieren nodig zijn, maar ook die zijn nergens verplicht. Dit in tegenstelling tot gedomesticeerde huisdieren en vee, waar veel meer over bekend is.
Dodelijke voorbeelden
Eén van de zoönosen die in exotische huisdieren kunnen schuilen is bijvoorbeeld Q-koorts (coxiellosis). Deze ziekte, waar 74 mensen in Nederland aan stierven tussen 2007 en 2011, komt namelijk niet alleen voor onder geiten. Ook honden, katten, coyotes, vossen, jaguars, knaagdieren, stinkdieren, wasberen, konijnen, luiaards en vogels kunnen het overdragen. En inderdaad; veel van deze soorten mogen in de EU als huisdier worden gehouden. Of het lastig te herkennen tularemie (ook bekend als hazenpest of konijnenkoorts), dat ook dodelijk kan zijn voor de mens. Bekende bronnen hiervan zijn lemmings, hazen, konijnen, waterratten, graslandwoelmuizen en sommige ratten en eekhoorns. Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Mycobacterium bovis, ook wel rundertuberculose genoemd, wordt verspreid door tal van landbouwhuisdieren plus dassen, herten, zwijnen, leeuwen, olifanten, stokstaartjes en buidelratten. En ten slotte niet te vergeten salmonella – ook een zoönose. Jaarlijks sterven naar schatting zo’n 3 miljoen mensen aan de gevolgen van een infectie – in 3-5% van gevallen overgedragen door exotische huisdieren. Vaak via reptielen zoals leguanen en schildpadden, soms door zoogdiertjes zoals de populaire sugargliders (suikereekhoorns) en egels.
Kans x Gevolg = Risico
Tot nu toe is er nog geen grote uitbraak te koppelen aan het houden van exotische huisdieren, maar dat er een risico wordt genomen moge duidelijk zijn. Drie Duitse hobby-houders die in 2015 bornavirus 1 (VSBV-1) opliepen van een paar grote gevlekte boomeekhoorns konden het niet navertellen. Hoeveel borna- en coronavirussen staan ons nog te wachten? Niemand die het weet.
Vier van de vijf hier benoemde zoönosen zijn door het RIVM ingedeeld bij de hoogste risicocategorie voor mensen (EMZO risico IV, RIVM 2010). Hoeveel risico willen we lopen voor een hobby? De kans dat COVID-20 in een Nederlandse huiskamer overspringt op een mens lijkt klein. Maar mocht het toch gebeuren dan kan de impact gigantisch zijn. Wat is het de samenleving waard om dat risico uit te sluiten?
Positieflijst
AAP is en blijft voorstander van een positieflijst voor veilig te houden zoogdieren. Momenteel wordt er gewerkt aan een nieuwe huis- en hobbydierenlijst en wordt ook de kans op overdraagbare zoönosen meegewogen in het oordeel of een diersoort geschikt is. Dit lijkt ons een criterium van niet te onderschatten waarde. In het belang van dieren, maar ook in dat van de volksgezondheid, kan deze lijst er niet snel genoeg komen.